Hoe lager de duurzaamheidsklasse, hoe duurzamer het hout

De duurzaamheidsklasse van hout: een duidelijk uitleg


Hout wordt ingedeeld in duurzaamheidsklassen op basis van de levensduur bij direct grondcontact en de weerstand tegen schimmels en bacteriën. Dit is een belangrijke factor bij het kiezen van hout voor verschillende toepassingen, omdat het helpt te bepalen hoe lang het hout meegaat onder bepaalde omstandigheden, zoals blootstelling aan vocht, contact met de grond, of andere omgevingsfactoren die houtrot kunnen veroorzaken.

 

De vijf duurzaamheidsklassen van hout

Er zijn vijf duurzaamheidsklassen voor hout, zoals gedefinieerd volgens de Europese norm EN 350. Deze klassen worden gebruikt om de natuurlijke duurzaamheid van onbehandeld hout te classificeren. Hieronder vind je een overzicht van deze klassen

Duurzaamheidsklasse 1: Zeer duurzaam

  • Kenmerken: Hout in deze klasse is zeer goed bestand tegen schimmelaantasting. Het heeft een levensduur van meer dan 25 jaar, zelfs als het in contact staat met de grond.
  • Voorbeelden van houtsoorten: Okan, Padoek.
  • Toepassing: Ideaal voor buitengebruik in contact met de grond of water, zoals palen, steigers, of gevelbekleding.

Duurzaamheidsklasse 2: duurzaam

  • Kenmerken: Dit hout heeft ook een goede weerstand tegen schimmels en heeft een verwachte levensduur van 15 tot 25 jaar in contact met de grond.
  • Voorbeelden van houtsoorten: Eiken, Iroko.
  • Toepassing: Geschikt voor buitenconstructies, zoals tuinmeubilair en gevelbekleding, maar ook voor binnenconstructies die enigszins vochtig kunnen worden.

Duurzaamheidsklasse 3: matig duurzaam

  • Kenmerken: Matige weerstand tegen schimmels, met een levensduur van 10 tot 15 jaar bij blootstelling aan de grond.
  • Voorbeelden van houtsoorten: Lariks, Douglas fir.
  • Toepassing: Buiten gebruik zonder direct contact met de grond, zoals houten terrassen, schuttingen, en daken.

Duurzaamheidsklasse 4: weinig duurzaam

  • Kenmerken: Hout in deze klasse heeft een beperkte weerstand tegen schimmelaantasting en gaat ongeveer 5 tot 10 jaar mee bij direct contact met de grond.
  • Voorbeelden van houtsoorten: Grenen, Vuren.
  • Toepassing: Voornamelijk voor binnentoepassingen of buitengebruik dat niet in direct contact met de grond staat, zoals tijdelijke constructies, binnenbetimmeringen of daken met voldoende ventilatie.

Duurzaamheidsklasse 5: niet duurzaam

  • Kenmerken: Dit hout is niet goed bestand tegen schimmels en heeft een verwachte levensduur van minder dan 5 jaar in contact met de grond.
  • Voorbeelden van houtsoorten: Ayous, Yellow Poplar
  • Toepassing: Bij voorkeur alleen voor gebruik binnenshuis in droge omstandigheden, zoals meubels en binnenwanden.



De duurzaamheidsklasse verhogen met thermische modificatie

Middels het proces van thermische modificatie kan levensduur van hout verlengd worden. Thermisch gemodificeerd hout wordt om deze reden ook wel ‘verduurzaamd’ hout genoemd. Met name zachthout is geschikt voor thermische modificatie. Zachte houtsoorten kunnen door middel van thermische modificatie van duurzaamheidsklasse 5 naar klasse 2 gaan (in sommige gevallen zelfs naar 1). Meer over thermische modificatie.

 

Factoren die de duurzaamheidsklasse beïnvloeden

De natuurlijke duurzaamheid van hout wordt beïnvloed door verschillende factoren:

  • Houtsoort: hardhoutsoorten (zoals Padoek en Okan) zijn over het algemeen duurzamer dan zachthoutsoorten (zoals Vuren en Grenen).
  • Omgeving en blootstelling: vocht, schimmels, insecten, en UV-straling kunnen de duurzaamheid van hout beïnvloeden. Hout dat constant in contact staat met vochtige omstandigheden (zoals buitenconstructies in de grond) vereist een hogere duurzaamheidsklasse.
  • Behandeling: onbehandeld hout heeft zijn natuurlijke duurzaamheidsklasse, maar met de juiste behandelingen (zoals thermisch impregneren of lakken) kan de levensduur van minder duurzame houtsoorten aanzienlijk worden verlengd.

 


Het belang van de juiste duurzaamheidsklasse

Het kiezen van hout met de juiste duurzaamheidsklasse is essentieel voor het verlengen van de levensduur van een houten constructie. Voor toepassingen waarbij hout blootstaat aan vocht, zoals tuinmeubilair of gevelbekleding, is een hoge duurzaamheidsklasse (1 of 2) of thermische modificatie cruciaal. Voor binnentoepassingen, waar het hout droog blijft, kunnen lagere duurzaamheidsklassen (4 of 5) voldoende zijn.

 

De relatie tussen duurzaamheidsklasse, gebruiksklasse en risicoklasse

De gebruiksklasse bepaalt de risicoklasse: afhankelijk van de omgeving (gebruiksklasse) is er een bepaald risico op aantasting (risicoklasse).

Risicoklasse bepaalt vereiste duurzaamheidsklasse: voor een bepaalde risicoklasse is een minimale duurzaamheidsklasse van het hout vereist.

Samengevat:

  • Gebruiksklasse: Waar wordt het hout gebruikt?
  • Risicoklasse: Welke biologische risico's zijn er?
  • Duurzaamheidsklasse: Hoe bestand is het hout tegen deze risico's?

Behoefte aan écht goed advies?

Onze experts kennen de geheimen van hout, de voordelen, de mogelijkheden en de beperkingen. Al luisterend naar uw wensen, zorgen onze houtexperts al meer dan 50 jaar voor een fantastisch eindresultaat.

Close

Veteka maakt gebruik van cookies

Wij maken op onze website gebruik van cookies om de website te verbeteren. Deze functionele en analytische cookies bevatten nooit uw persoonsgegevens. Door op ‘Cookie instellingen’ te klikken, kun je meer lezen over onze cookies en je voorkeuren aanpassen.